Of je nu bevalt van een eenling, een tweeling of een drieling, een moeder is normaalgezien in staat om voldoende melk aan te maken voor haar kind(eren). Hoe vaker er bij je gedronken wordt, hoe meer melk je zal aanmaken.

• Borstvoeding geven aan een meerling verschilt in principe niet zoveel van het borstvoeden van een eenling. Het vraagt enkel meer tijd en handigheid.
• Voed je kindjes in het begin apart. Zo leer je het individuele drinkgedrag van elk kindje apart beter kennen. Meer informatie over aanleggen van je kindje(s)
• Ga je na verloop van tijd je kindjes tegelijkertijd voeden (zie foto’s), dan zal je, zeker in het begin, extra hulp kunnen gebruiken bij het aanleggen en boeren.
• Voed je je kindjes tegelijkertijd, leg dan het kindje dat het makkelijkst aanhapt als tweede aan.

• Vraagt één kindje om een voeding, terwijl de andere nog slaapt, dan kan je proberen het slapertje wakker te maken voor de voeding. Of hem te wekken nadat je de eerste gevoed hebt. Op die manier kan je proberen zelf wat meer of langer te slapen.

• Sommige tweelingmama’s voeden hun kindjes liever op schema. Start daar echter pas mee nadat je melkproductie goed op gang is, dus pas na een zestal weken. Ga je na verloop van tijd schemavoeden, leg je kindjes dan zeker elke twee tot drie uur aan. Vraagt er eentje wat eerder om een voeding, op regeldagen bijvoorbeeld, leg dan ook het andere kindje aan. Hou je schema dus losjes en ga zeker nooit tijd tussen de voedingen oprekken.

• Sommige meerlingen gaan echter niet akkoord met een gelijk schema. Naarmate een kindje ouder wordt, ontwikkelt het immers een eigen individueel eetpatroon. De ene zuigeling heeft nu eenmaal meer voedingen nodig dan de andere.
• Er zijn ook mama’s die beide kindjes overdag op individuele vraag voeden. En dus apart. Maar ’s nachts de kindjes wel samen voeden.
• Bekijk de groei en ontwikkeling van je kindjes apart. Kan best zijn dat het ene kind sneller groeit of ontwikkelt dan het andere. En dat ze toch beide “mooi op schema” zitten. Meer informatie over gewichtstoename bij borstgevoede kindjes
• Veel vrouwen hebben een ongelijke melkproductie in hun borsten. Wissel dus elke keer van borst als je je kindjes voedt. Of geef elk kindje een eigen borst. En wissel dat elke dag om. Zorg er dus voor dat niet steeds hetzelfde kindje aan dezelfde borst drinkt.
• Heb je het gevoel te weinig melk te hebben, bijvoorbeeld op het einde van de dag? Leg je kindjes dan tegelijkertijd aan. Dat bevordert de toeschietreflex.

• Er bestaan verschillende houdingen om twee kindjes tegelijkertijd de borst te geven: rugbyhouding (zie foto), kruishouding (zie foto), parallelhouding, liggend voeden. Meer informatie hierover vind je op de website van Kenniscentrum Borstvoeding.

• Neem alle extra hulp aan die je kan krijgen. Zodat jij je alleen maar hoeft bezig te houden met het voeden en verzorgen van je kindjes. En ook tijd overhoudt om gewoon te genieten van je wondertjes.
• Beperk het kraambezoek. Je zal je tijd en rust goed kunnen gebruiken. Denk bijvoorbeeld aan een eenmalige babyborrel of beperkte bezoekuren of -dagen. Wees assertief en vraag mensen om een lunch te voorzien als kraamcadeautje, een uurtje te komen stofzuigen of strijken, de badkamer te poetsen, langs de supermarkt te lopen, een uitstapje met de oudste(n) te doen, enzovoort. Zodat jij meer tijd vrij krijgt voor jezelf en de jongste kindjes.

• Voed je meerdere kinderen, dan zal je zelf ook meer moeten eten en drinken. Soms heb je in alle drukte echter geen tijd om rustig te gaan zitten voor een extra maaltijd of drankje. Dat kan je oplossen door op een kalm moment een stapel boterhammen te smeren. En dan in de loop van de dag daar regelmatig in de gauwte een sneetje van mee te pikken. Hetzelfde principe kan je ook met drinken toepassen. Zet in elke kamer een fles mineraalwater klaar. En verplicht jezelf telkens een slokje te nemen als je zo’n fles voorbij wandelt.